EN
EN
Tentoonstelling
Over de tentoonstelling
Online tentoonstelling
Plan je bezoek
Verdieping
Publicaties
Onderwijs & Kinderen
Agenda
Kunstenaars
Theatervoorstelling
Colofon
Onderzoek
Mobiele onderzoeksinstallatie
Kennis
Advies
Mening
inleiding op de tentoonstelling
De Gouden koets in het Amsterdam Museum
Delen
Door: Margriet Schavemaker

Voor veel Nederlanders is de Gouden Koets in de eerste plaats het rijtuig dat gebruikt wordt voor de opening van het parlementaire jaar, op de derde dinsdag van september. De koning en koningin rijden dan naar de Ridderzaal op het Binnenhof waar de koning de troonrede uitspreekt. Langs de route zwaaien toeschouwers enthousiast naar de overdadig gedecoreerde koets, die wordt voortgetrokken door acht paarden en begeleid door een stoet van lakeien en koetsiers. Anderen denken bij de Gouden Koets misschien aan bijzondere koninklijke gelegenheden zoals huwelijken en inhuldigingen. Deze vinden veelal plaats in Amsterdam, soms onder luide protesten. De voorbije halve eeuw kreeg de koets rookbommen, een verfbom en een waxinelichthouder te verduren. Met andere woorden: de Gouden Koets is meer dan simpelweg een vervoermiddel van de koning of koningin. Hij staat symbool voor het koningshuis. Voor velen iets om voor te juichen, voor anderen iets om je bij af te vragen of het nog wel van deze tijd is of je tegen te verzetten.

Aanbieding van de Gouden Koets aan koningin Wilhelmina in het Paleis voor Volksvlijt, 7 september 1898. Collectie Stadsarchief Amsterdam.

Wat niet veel mensen weten is dat de Gouden Koets een geschenk van de Amsterdammers was. De ontvanger was Nederlands eerste vrouwelijke monarch: koningin Wilhelmina die op 31 augustus 1898 haar achttiende verjaardag vierde en kort daarna in de hoofdstad werd ingehuldigd. Het hoe en waarom van dit geschenk is al een tentoonstelling waard. Niet in de laatste plaats omdat de koets met een inzamelingsactie werd gefinancierd. Het zwaartepunt daarvan lag in de Jordaan, op dat moment een van de armere gebieden van de stad. Het rijmt met het heden, waarin crowdfunding aan de orde van de dag is. Maar het roept ook vragen op: waarom verzamelden deze arme Amsterdammers geld voor een luxe cadeau voor een van de rijkste families van het land? En hoe zat het eigenlijk met de monarchie in Nederland op dat moment? Een land dat in de zeventiende eeuw toch juist zo stevig het model voor de republiek als staatsvorm mede had vormgegeven.

Het afgelopen jaar is de koets veel in het nieuws geweest vanwege een van de panelen die de koets decoreren. Op het gewraakte paneel, getiteld Hulde der Koloniën, heeft schilder Nicolaas van der Waay een zittende witte vrouw afgebeeld aan wie meerdere, deels knielende mensen van kleur goederen aanbieden. Het is een allegorie die de relatie verbeeldt tussen Nederland en de gekoloniseerde gebieden in het oosten (Indonesië) en het westen (Suriname en de voormalige Nederlandse Antillen, waaronder de eilanden Curaçao en Aruba). De van origine Curaçaose kunstenaar Ruben La Cruz protesteerde al in 1990 op het Zomercarnaval in Rotterdam tegen deze voorstelling. In 2009 was het activist Jeffry Pondaag die eiste dat de koets niet meer zou rijden en er eindelijk herstelbetalingen aan de slachtoffers van het kolonialisme zouden worden gedaan. Twee Kamerleden, Mariko Peters (GroenLinks) en Harry van Bommel (SP), riepen in 2011 in een motie op, de koets van de weg te halen. De wereldwijde Black Lives Matter-protesten in 2020, en het daaraan gekoppelde verzet tegen beeltenissen van koloniale overheersers in de publieke ruimte, brachten het verzet tegen het gebruik van de koets vanwege het paneel Hulde der Koloniën in een stroomversnelling. Een jonge generatie activisten als De Helden van Nooit stelde op social media dat ze niet zou stoppen met het bekladden van standbeelden in de publieke ruimte totdat de koets niet meer zou rijden. Een online petitie geïnitieerd door sociaal-geograaf Nugah Shrestha met ditzelfde doel werd bijna achtduizend keer ondertekend.

AiRich, BLOODY GOLD. HULDE AAN DE KOLONIËN / HOE ZIT HET MET DE HERSTELSCHADE? 2021. Collage. Courtesy de kunstenaar en CBK Zuidoost.

De Gouden Koets rijdt al een paar jaar niet meer, want hij is sinds 2015 in restauratie. Om nog terug in gebruik te worden genomen? Voordat over zijn toekomst wordt besloten heeft het Amsterdam Museum, het museum voor Amsterdamse stadscultuur, de koets na voltooiing van de restauratie in bruikleen gekregen. Van juni 2021 tot en met februari 2022 biedt het museum een tentoonstelling en een rijk educatie-, publieks- en onderzoeksprogramma over dit beladen geschenk. Zo laten we de uiteenlopende betekenissen die de Gouden Koets had en heeft zien en beleven. Ons doel: een breed en veelzijdig gesprek over zijn heden, verleden en toekomst.

Meerstemmigheid en verbinding

We leven in een tijd waarin er op veel gebieden (structurele) ongelijkheden en tegenstellingen in de samenleving bestaan. Naast de zo actuele spanningen tussen wit en zwart, man en vrouw, rijk en arm, zijn er ook andere verschillen, zoals die tussen Oranjefans en republikeinen. En dan is er natuurlijk het spanningsveld tussen zij die dit relevante vragen vinden en zij die niet zoveel op hebben met politiek geladen perspectieven. Ten aanzien van de Gouden Koets speelt dit laatste zeker een rol: voor de een is sprake van beladen erfgoed dat nooit meer de weg op mag omdat het bij uitstek symbool staat voor het systematisch racisme in onze samenleving, voor de ander van een prachtig ambachtelijk object dat hoort bij een feestelijke viering van de band tussen Nederland en het Oranjehuis.

Het Amsterdam Museum heeft de ambitie een tentoonstelling over de Gouden Koets te presenteren waarin recht wordt gedaan aan al die verschillende visies en maatschappelijke spanningsvelden. Daarom is de tentoonstelling onderdeel van een onderzoeksproject waarin meerstemmigheid centraal staat. We zijn op zoek gegaan naar bekende en minder bekende geschiedenissen rondom de koets, naar het gebruik én het actuele maatschappelijke gesprek over de betekenis en de toekomst van dit beladen geschenk. Daarbij werkten we vanuit de overtuiging dat door verschillende perspectieven bij elkaar te brengen, verbinding en begrip zullen ontstaan, terwijl die in de huidige samenleving juist vaak lijken te ontbreken.

Danielle Hoogendoorn, We are not cattle, 2020. Courtesy de kunstenaar.

Met de samenstelling van een interdisciplinair onderzoeksteam hebben we deze ambities handen en voeten gegeven. Elf curatoren, educatoren, onderzoekers, programmeurs en experts op het vlak van communicatie en marketing werkten samen aan dit veelzijdige project, ieder vanuit specifieke invalshoeken, fascinaties en kennisvelden. Naast historisch onderzoek, dat vertrekt vanuit de actualiteit en erop is gericht perspectieven die eerder niet of niet goed belicht zijn centraal te stellen, speelt publieksonderzoek een belangrijke rol. Het luisteren naar wat er speelt in de samenleving. Want wat weten mensen eigenlijk van de koets? Welke herinneringen hebben ze? En wie heeft er geen herinneringen maar wil wel meer weten? Wat vindt men dat er in de toekomst met de koets moet gebeuren? Om antwoorden te verzamelen is voorafgaand en tijdens de tentoonstelling een onderzoeksteam met mobiele installatie het land doorgereisd. In samenwerking met diverse lokale partners was het museum in de twaalf provinciehoofdsteden aanwezig met een mini-expositie die tevens uitnodigde herinneringen aan en visies op de Gouden Koets te delen.

Ook in het museum zijn voorafgaand aan de tentoonstelling gesprekken met het publiek gevoerd. Ruim een half jaar voor de opening van de tentoonstelling is een Gouden Koets Studiezaal ingericht als openbaar onderzoekscentrum. Het onderzoeksteam werkte hier aan het project en nodigde bezoekers uit om mee te denken. De ruimte functioneerde als ontmoetingsplek, toonde de informatie die in de provinciehoofdsteden werd opgehaald en gaf een kijkje achter de schermen bij het samenstellen van de tentoonstelling − een proces dat normaliter voor het publiek niet zichtbaar is.

Studiezaal Gouden Koets in het Amsterdam Museum, 2020.

Om onszelf als tentoonstellingsmakers kritisch te bevragen hebben we een klankbordgroep van ruim twintig experts samengesteld. Van wetenschappers op het gebied van Nederlandse geschiedenis als James Kennedy en Anne Petterson, tot erfgoeddeskundigen als Susan Lammers en Wim Manuhutu. Van experts op het gebied van Nederlandse literatuur en (tegen)cultuur als Marita Mathijsen en Geert Buelens, tot voorlopers op het gebied van het dekoloniseren van erfgoed zoals Susan Legêne, Simone Zeefuik en Jennifer Tosch, van kenners op het gebied van de rituelen en collecties van het koningshuis als Johan de Haan en Irene Stengs, tot activisten en voorvechters van gelijke rechten zoals Simon(e) van Saarloos. Elke maand hadden we een sessie waarin de klankbordgroep de (deel)plannen becommentarieerde. Zitten we op de juiste koers? Missen we belangrijke perspectieven en stemmen? Op welke wijze kunnen we de vele verschillende invalshoeken en verhaallijnen het beste presenteren?

De gevoerde discussies waren immer levendig, kritisch en opbouwend. Voor een meerstemmige kijk op de Gouden Koets zijn tevens kunstopdrachten verstrekt aan makers met diverse (bi)culturele achtergronden. Deze kunstenaars bieden een scala aan nieuwe kritische en artistieke perspectieven op de koets. Hun werk is, samen met een selectie relevant bestaand werk, gepresenteerd in de befaamde twaalf meter hoge Amsterdam Galerij van het museum, die voor de gelegenheid van deze tentoonstelling geheel vrij is gemaakt. Enkele kunstwerken zijn daarnaast verweven door het cultuurhistorische parcours, waaronder Colonies van Iswanto Hartono dat zich sinds 2018 in de collectie van het Amsterdam Museum bevindt. Het betreft een grote, in wit draadstaal uitgevoerde lijntekening van de contouren van het paneel Hulde der Koloniën. De crux van het werk is dat de draadsculptuur wordt uitgelicht waardoor er een schaduw van de tekening in zwart op de muur verschijnt. Zo maakt Hartono op subtiele wijze de spanningen zichtbaar tussen wit en zwart, overheerser en overheersten. Zowel letterlijk als figuurlijk wordt de schaduwzijde van de Nederlandse koloniale macht en haar representatie zoals die op de Gouden Koets te vinden is aan de orde gesteld.

Iswanto Hartono, Colonies, 2017. Collectie Amsterdam Museum. Courtesy de kunstenaar.

Vanwege de coronapandemie liepen de voorbereidingen van de tentoonstelling anders dan verwacht. De voorbereidende gesprekken met kunstenaars en de klankbordgroepsessies vonden digitaal plaats. En de geplande reizen van de onderzoeksinstallatie door het land en het werken op zaal door het onderzoeksteam in de studiezaal bleken voorafgaand aan de tentoonstelling slechts ten dele mogelijk en zijn daarom tijdens de looptijd voortgezet. Wel is, zowel voor als tijdens de lockdowns van 2020- 2021, alvast een start gemaakt met een digitaal publieksprogramma. In de online talkshow van het museum, AM LIVE, werd tweewekelijks aandacht besteed aan de voorbereidingen van de tentoonstelling en alle daarmee samenhangende onderzoeken (terug te kijken op www.goudenkoets.nl/publieksprogramma).

Zo nam senior conservator Annemarie de Wildt ons mee naar de tijd waarin de koets is ontstaan en besprak ze waarom het hof de koets aanvankelijk niet wilde hebben. Daarnaast werden fundamentele discussies uit de klankbordgroep voor het publiek uitgediept. Bijvoorbeeld wie er nu eigenlijk zeggenschap heeft over de koets. Pieter Verhoeve, voorzitter van de landelijke koepel van Oranjeverenigingen, is van mening dat koning Willem-Alexander de eigenaar is en dus over het gebruik van het voertuig kan beslissen. Hans Ulrich Jessurun d’Oliveira, lid van het Republikeins genootschap en rechtsgeleerde, stelde dat uiteindelijk de minister-president erover gaat aangezien deze verantwoordelijk is voor alles wat de koning doet of zegt. In AM LIVE is ook aandacht besteed aan de getroebleerde relatie tussen Nederland en Indonesië, met een aftrap door Jeffry Pondaag en een discussie tussen Lara Nuberg en Wim Manuhutu. Ook stonden we stil bij de positie van de vrouw aan het eind van de negentiende eeuw. Met Wilhelmina kreeg Nederland in 1898 weliswaar voor het eerst een vrouw op de troon, maar het vrouwenkiesrecht liet nog twee decennia op zich wachten.

Erwin Olaf, Entourage, 2021. Van links naar rechts: Blokkenist II; Postiljon koetspaard, Gelderse ras; Hoofd Koets- en Rijstal; 1ste Rijknecht met Rijpaard. Courtesy Ron Mandos Gallery, NL. Met dank aan het Koninklijk Staldepartement.

Dekolonisering en de toekomst

Een onderzoek naar de Gouden Koets anno 2021 levert uiteenlopende verhalen en perspectieven op. Een caleidoscoop, maar met een duidelijk anker in deze tijd: een tijd waarin een stevig maatschappelijk debat wordt gevoerd over fundamentele ongelijkheden en racisme. De doorwerking van het koloniale en slavernijverleden van Nederland wordt daarbij pas sinds kort serieus in ogenschouw genomen. Nederland zag zichzelf lange tijd als gidsland op het gebied van tolerantie, intussen is duidelijk dat dit niet het hele verhaal is. Erkenning van geschiedenissen van onderdrukking en uitbuitingen gaat gepaard met een kritische blik op hun doorwerking in de hedendaagse samenleving. Wanneer dat betekent dat tradities veranderd moeten worden gaat dat niet zonder slag of stoot. Zo is pas sinds 2020, na ruim negen jaar activisme − inclusief gewelddadige intimidatie door tegenstanders − een kleine meerderheid van de samenleving klaar om bij het nationale kinderfeest Sinterklaas geen Zwarte Pieten meer te accepteren. Kortom, er vindt verandering plaats maar Nederland is in dit opzicht internationaal gezien geen voorloper. Musea kunnen een waardevolle bijdrage leveren aan het bevorderen van sociale gelijkheid en het tegengaan van racisme. Zo kunnen we meer bewustwording creëren over het koloniale verleden door tentoonstellingen te maken over gerelateerde onderwerpen. Daarnaast kunnen we onze collecties kritisch bekijken: welke objecten uit het verleden zijn bewaard; welke verhalen kunnen we daarmee vertellen – en welke niet? Ook is kritische reflectie nodig op hoe we deze verhalen vertellen. Welke woorden gebruiken we? Werpen die misschien al onzichtbare drempels op waardoor een inclusieve en meerstemmige presentatie onmogelijk is? Words Matter, zoals de door het Nationaal Museum van Wereldculturen gemaakte en in museale kringen veel gebruikte gids het zo krachtig verwoordt.

Het Amsterdam Museum heeft er in september 2019 voor gekozen de term ‘Gouden Eeuw’ niet meer te gebruiken als synoniem voor de zeventiende eeuw. Het was voor ons een beslissing die voortkwam uit het programma New Narratives waarin we allerhande makers en critici uitnodigen om kritisch mee te kijken naar de manier waarop we onze collecties (vol zeventiende-eeuwse topstukken) presenteerden. Zij maakten ons duidelijk dat de term Gouden Eeuw geen recht doet aan de schaduwzijde van de Nederlandse rijkdom in deze periode: het was simpelweg niet voor iedereen een Gouden Eeuw. Nadat onze keuze bekend werd gemaakt ontstond er een heuse nationale discussie waarin afkeuring en onbegrip overheersten. Zo stelde minister-president Mark Rutte dat hij ‘altijd zo moe werd van dit soort discussies’. De minister van Cultuur, Ingrid van Engelshoven, stelde dat ‘de geschiedenis niet herschreven kan worden’. Waar het doel was om ruimte te bieden voor gelaagdheid en meerstemmigheid, kregen we vooral het verwijt dat we bijdroegen aan polarisatie.

Nelson Carrilho, Altaar voor Elisabeth Moendi, 2017. Foto Tom Benavente. Courtesy de kunstenaar.

Dat enkele maanden later de koning ons de bruikleen van de Gouden Koets gunde was een belangrijke opsteker. Het vertrouwen dat we kregen voor de serieuze opdracht om rondom het geschenk aan zijn overgrootmoeder een betekenisvolle tentoonstelling te creëren gaf ons nieuwe energie. Met veel enthousiasme hebben we gewerkt aan een cultuurhistorische vertelling met vele stemmen en artistieke reflecties. Gezamenlijk laten die zien dat we met beladen erfgoed geschiedenissen kunnen vertellen en invoelbaar maken, geschiedenissen die inspireren tot nieuwe beelden en nieuwe reflecties op wie we waren, zijn en worden.

Na afloop van de tentoonstelling, begin 2022, zal de officiële eigenaar van de Gouden Koets zich beraden op de toekomst van dit erfgoed. De gevers en symbolische mede-eigenaars van de koets – het hele Nederlandse volk – hebben dat tegen die tijd ook kunnen doen, via de tentoonstelling, alle begeleidende programmering en deze publicatie. We hopen dat hiermee de afstand tussen eenieder die zich betrokken voelt is verkleind. Waarmee we met elkaar aantonen dat beladen geschiedenis en het erfgoed dat daaraan herinnert geen splijtzwam hoeft te zijn, maar juist een uitgelezen kans biedt om onderling begrip te kweken en gezamenlijk aan een samenleving te werken die meer dan voorheen berust op gelijkheid en verbinding.

Bestel de publicatie

Dit essay is een kortere versie van de inleiding op de publicatie die bij de tentoonstelling verschijnt: De Gouden Koets (Zwolle: WBOOKS, 2021).

Verdieping
Alle artikelen
Nieuws over onze Gouden Koets-tentoonstelling ontvangen?
Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief
Schrijf je nu in
Amsterdam Museum
Kalverstraat 92
1012 PH Amsterdam

020 5231 822
info@goudenkoets.nl
Terug naar boven
PrivacyVoorwaardenFAQ
partners