EN
EN
Tentoonstelling
Over de tentoonstelling
Online tentoonstelling
Plan je bezoek
Verdieping
Publicaties
Onderwijs & Kinderen
Agenda
Kunstenaars
Theatervoorstelling
Colofon
Onderzoek
Mobiele onderzoeksinstallatie
Kennis
Advies
Mening
Blogartikel
Dekoloniseren met de Gouden Koets
Door Annemarie de Wildt

Per Gouden Koets ging koningin Juliana, vergezeld van prins Bernhard, op 15 december 1954 naar het Binnenhof om in de Ridderzaal het Statuut voor het Koninkrijk te tekenen. Dat betekende een nieuw staatsverband tussen Nederland, Suriname en de Nederlandse Antillen, waarbij de overzeese gebiedsdelen een gelijkwaardige plaats in het Koninkrijk kregen. De landen in De West, zoals het Caraïbisch deel van het Koninkrijk vaak genoemd werd, zouden volledige zelfbeschikking krijgen wat betreft hun interne aangelegenheden, naast bereidheid tot wederzijdse bijstand op voet van gelijkwaardigheid.

In haar toespraak zei Juliana dat het Statuut het resultaat was van een ontwikkeling die voerde tot het definitief opheffen van de koloniale verhoudingen. Geen journalist of politicus merkte op dat de koningin voor deze mijlpaal misschien beter een andere koets had kunnen gebruiken dan de Gouden Koets met het paneel ‘Hulde der Koloniën’. Archibald Currie, minister-president van Suriname, hoopte dat het statuut “onder de bezielende leiding van het Huis van Oranje, waaraan ook de Surinamers zo zijn verknocht, de gehele bevolking van het Koninkrijk ten zege zij”. Efrain Jonkheer, minister-president van de Nederlandse Antillen, prees de Nederlandse vrijheidsliefde.

Het Polygoon journaal van die week toonde de aankomst van de koets op het Binnenhof waarbij de commentaarstem zei: “de legerleiding had er goed aan gedaan enkele Surinaamse militairen op te stellen die bij verschillende onderdelen van de koninklijke landmacht dienen”. Met ernstige gezichten salueren ze voor de koningin.

Belofte
Het statuut was de inlossing van een belofte gedaan door koningin Wilhelmina in een radiorede op 7 december 1942 vanuit Londen. Ze sprak over een rijksverband, waarin Nederland, Indonesië, Suriname en Curaçao “tezamen deel zullen hebben, terwijl zij ieder op zich zelf de eigen inwendige aangelegenheden in zelfstandigheid en steunend op eigen kracht, doch met de wil elkander bij te staan, zullen behartigen”. Wilhelmina voegde hier aan toe: “Ik weet dat geen politieke eenheid en verbondenheid op den duur kunnen blijven bestaan, die niet gedragen worden door de vrijwillige aanvaarding en trouw van de overgrote meerderheid der burgerij”.

Die vrijwillige aanvaarding gold niet inmiddels voor Indonesië dat na een gewelddadige onafhankelijkheidoorlog geheel los van Nederland was. Het Statuut van 1954 was niet zonder slag of stoot tot stand gekomen. De Tweede Wereldoorlog had het streven op naar meer autonomie op Curaçao en in Suriname versneld. Het westelijk deel van het Koninkrijk der Nederlanden was het enige onbezette deel geweest. Na de oorlog kwamen wereldwijd dekolonisatieprocessen op gang. Nederland wilde de overzeese gebiedsdelen graag in een Unie behouden. Tijdens enkele ronde tafel conferenties in Willemstad en Paramaribo werd onderhandeld over de tekst van het Statuut, dat in de loop van 1954 aanvaard werd. Een aantal in Nederland wonende Surinaamse activisten en organisaties, waaronder de vereniging Ons Suriname en Wie Eegie Sani, publiceerden een manifest tegen het ontwerpstatuut. Maar het kwam er.

Status aparte
Sindsdien is er veel veranderd. Suriname werd onafhankelijk in 1975. in 1986 kreeg Aruba een 'status aparte', een eigen positie binnen het Koninkrijk. In 2010 werden de Nederlandse Antillen opgeheven en werden Curaçao en Sint Maarten zelfstandige landen binnen het Koninkrijk. Dat bestaat tegenwoordig uit vier landen: Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Het Caribisch deel van het Koninkrijk omvat verder drie ‘bijzondere gemeenten’: Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Koning Willem-Alexander is het staatshoofd van het hele koninkrijk. Het Statuut is ondanks deze wijzingen nog steeds van kracht. Sinds 1954 is Koninkrijksdag op 15 december. Er wordt gevlagd van Rijksgebouwen, maar het is geen officiële feestdag. In 2008 werd de Naturalisatiedag (waarop nieuwe Nederlanders hun staatsburgerschap krijgen) naar 15 december verplaatst.

Liefde
“De liefde voor het Koninkrijk als geheel, de som van de samenstellende vier landen, (is) in het huidige tijdgewricht niet vanzelfsprekend is, niet hier (op Curaçao), niet op Aruba en Sint Maarten, niet op Bonaire, St Eustatius en Saba en zeker ook niet in Europees Nederland”, aldus vice-president van de Raad van State van het Koninkrijk, mr. Thom de Graaf in een toespraak aan de vooravond van de 65-ste verjaardag van het Statuut. De Graaf constateerde dat van medio jaren zestig tot eind jaren tachtig zeker in Nederland de gedachte leefde dat volkenrechtelijke onafhankelijkheid het vanzelfsprekende sluitstuk van het proces van dekolonisatie zou vormen. Dat het onafhankelijkheidsperspectief is verdwenen op Aruba en op de andere eilanden. Ook in Den Haag realiseerde men zich dat de banden met de eilanden niet zouden worden doorbroken. De relatie blijft echter vol spanningen.

Nieuws over onze Gouden Koets-tentoonstelling ontvangen?
Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief
Schrijf je nu in
Amsterdam Museum
Kalverstraat 92
1012 PH Amsterdam

020 5231 822
info@goudenkoets.nl
Terug naar boven
PrivacyVoorwaardenFAQ
partners